Express yourself
Canal Parade 2019: verhalen van de OCW-Onderwijsboot
Eigenlijk zou er dit jaar geen Canal Parade met Dolly Bellefleur zijn, ze wilde zich volledig concentreren op haar jubileumshow in het DeLaMar Theater, maar haar schepper Ruud Douma kon een plekje als eregast op de OCW-Onderwijsboot niet afslaan. ‘Het voelt als een cadeautje dat ik dit in mijn “jubeljaar” mag doen, samen met inspirerende mensen die zich inzetten voor veiligheid in de klas kunnen we een prachtig signaal afgeven.’
Door Tirzah Schnater, bedrijfsjournalist Ministerie van OCW
Coverfoto: Piek
Dat veiligheid in de klas zo’n belangrijk thema is voor Ruud, heeft een verdrietige oorsprong. ‘Ik ben heel erg gepest op de basisschool. Kinderen leken aan te voelen dat ik anders was, al wist ik zelf niet goed waarom. Ik was een dromer, ik tekende, hield niet van sport, wel van zingen – ik had een hoge stem. Toevallig heb ik laatst een liedje gemaakt over dat er met gym teams moesten worden gekozen en dat je dan als laatste overbleef, dat niemand je wilde.’
Ruud groeit op in het protestants-christelijke Huizen, zijn ouders komen oorspronkelijk uit Friesland. ‘Wij waren import, niet gelovig, maar gingen wel naar een christelijke school aan het einde van de straat en ik zong in een christelijk koor. We waren buitenbeentjes, de enigen die op zondag naar het buitenzwembad mochten. Ik weet nog dat mijn zus en ik erheen liepen terwijl de hele buurt achter de gordijnen stond te gluren. Het zwembad was leeg.’
Zijn coming out gaat gelukkig wel ‘van een leien dakje’, zoals hij het zelf zegt. ‘Het was geen punt, ik ben heel vrij opgevoed, had twee ooms die homo waren en daar werd heel openlijk over gesproken. Maar ik heb wel een tijdje gedacht: goh, zou er een addertje onder het gras zitten? Want het ging wel heel makkelijk en ik hoorde van anderen dat het juist ontzettend moeilijk kon zijn om uit de kast te komen.’
In 1980 verhuist hij naar Amsterdam, waar hij in het Okura Hotel werkt ter voorbereiding op de Hogere Hotelschool in Den Haag. Er gaat een wereld open, maar het is ook de tijd waarin een mysterieuze ziekte de homoscene raakt. ‘Als je wilde kon je drie keer in de week naar een begrafenis. Vanaf het moment dat AIDS de kop opstak waren die vier letters voor mij de afkorting van Altijd In De Stress, het legde een enorme druk.’
De hotelschool en later een studie kunstgeschiedenis ten spijt, het leven beslist anders: in 1989 wordt de artieste Dolly Bellefleur geboren, als kleurrijk alter ego van Ruud, in het Anthony Theater in Amsterdam. Haar naam is geïnspireerd op de musical Hello, Dolly!. Ze gaat er prat op een beauty with brains te zijn, maar ze past er wel voor om niet te veel aan ‘vormingstheater’ te doen. ‘Daar moet je voor uitkijken denk ik. Het is natuurlijk wel leuk om het publiek uit te dagen , vooral de “haantjes”. Daar staat dan zo’n vrouw van twee meter vijf op hoge hakken en flink getoupeerd haar. Eerst zijn ze een beetje gespannen, en willen ze vooral niet dat hun mannelijkheid wordt doorgeprikt. Maar op een gegeven moment kunnen ze erom lachen en lijken ze zelfs te vergeten dat ik een ander soort vrouw ben.’
Sinds een jaar of vijf wordt de inmiddels gevestigde entertainer Dolly gevraagd debatten te leiden op middelbare scholen over onderwerpen rondom discriminatie, op dagen als Paarse Vrijdag en Coming Out Dag. ‘Ik weet nog de eerste keer dat ik zo’n school binnen ging, ik werd helemaal niet goed, dacht weer terug aan mijn eigen schooltijd.’ Inmiddels doet Dolly het met veel liefde. ‘Het helpt ook te vertellen dat je zelf gepest bent en wat voor impact dat heeft en dat het je je hele leven bijblijft. En ook hoe je van gepeste pester kunt worden of het toe kan staan. Ik ben ooit op de hotelschool ontgroend. Dat gebeurde elk nieuwe schooljaar, het was onderdeel van het sociale leven op die school. De eerste drie dagen kwam ik in verzet als iemand werd aangepakt of als ik zelf werd aangepakt. Op de vierde dag was ik zo murw, ik merkte dat als ik me rustig hield, ze iemand anders pakten. Decennia later schaam ik me nog dat ik dat heb gedaan.’
Er is ook een liedje over dit onderwerp dat Dolly al jaren zingt: ‘De bokken en de schapen’ van Jan Boerstoel. ‘Dat gaat over: wat doe je in oorlogstijd? Het is nu makkelijk om te zeggen: ik zou in het verzet hebben gezeten. Ik denk dan altijd terug aan dat ontgroenen. Heb je, als het erop aan komt, dan echt de moed om niet laf te zijn?’
Je eigen ervaringen vertellen, ook de minder fraaie, is heel belangrijk in het proces van emancipatie, bepleit Ruud. ‘De maatschappij, hoe die ook in beweging is, blijft toch hetero. Het wordt ons met de paplepel ingegoten. Ik betrapte me er bijvoorbeeld zelf op dat ik aan een buurmeisje vroeg: “Hoe is het met de liefde, heb je al een vriend?” Het was even stil, en toen vertelde ze dat ze een vriendin had. Ik schrok echt van mezelf!’
Op heel veel vlakken is er wel heel veel verbetering gekomen, als je het vergelijkt met Ruuds jonge jaren. ‘Er is meer informatie, er zijn meer hulplijnen, mannen kunnen met mannen trouwen en vrouwen met vrouwen. Maar ik denk ook dat tolerantie een dun laagje blijft. LHBT+-mensen, zoals ik ze noem, moeten altijd weer uit de kast komen. Als zij vertellen dat ze verliefd zijn komt er altijd meer bij kijken, het is beladener. Als je een hotelkamer boekt met je vriend, moet je het ook steeds weer uitleggen. En je hoort toch ook weer meer van incidenten met fysiek en verbaal geweld.’ Toch heeft Ruud goede hoop voor de toekomst. ‘Op de scholen waar ik kom, zie ik gelukkig hoe fantastisch veel jongeren met elkaar omgaan. Ik heb jonge mensen gezien die een transitie ondergingen en die daarin heel erg werden gesteund door hun vrienden en klasgenoten. Geweldig.’
Als Dolly heeft Ruud gelukkig weinig nare dingen meegemaakt. De meeste mensen reageren zelfs heel positief op haar. ‘Dolly heeft een soort van toverstafje. Ik kan me herinneren dat ik eens twee straten van mijn huis een optreden had. Ik kon geen taxi krijgen op de terugweg en ben gaan lopen. Het was de dag van het Suikerfeest, en al lopend werd ik vanaf een balkon uitgenodigd bij mensen thuis om dat mee te vieren.’
En toch gaan er ook wel eens dingen lastiger. ‘Ik werd gevraagd door een bibliotheek om voor te komen lezen, dat moest uiteindelijk onder beveiliging omdat er een groep was die Dolly voorlezend aan kinderen als indoctrinatie van de kinderen zag. Op het moment dat ik daar zit, kan ik me gelukkig laten afleiden door de blije kinderen en hun ouders, maar ik merk hieraan wel dat de wereld opgefokter is geworden. Het is niet mijn bedoeling om te indoctrineren als ik het boek “Koning en Koning” voorlees, ik laat gewoon een extra mogelijkheid zien en daarmee mag je van mij doen wat je wil.’
De Canal Parade is voor Ruud een dag zoals elke dag zou moeten zijn. ‘Het is één feel good movie. Je ziet allerlei soorten mensen happy zijn met elkaar, dat je denkt: wat zitten we eigenlijk moeilijk te doen! Ik heb nooit begrepen waarom mensen zich zo druk maken over iets moois als de liefde. Waarom kun je iemand anders zijn geluk niet gunnen? Homo, hetero, lesbisch, transgender of (b)I? We are family!’
Een medley van drie liedjes gaat Dolly doen op de OCW-Onderwijsboot: ‘De eerste op de melodie van “Express Yourself” van Madonna - word je op school gepest, baby, wie het laatst lacht, lacht het best, trek je van niemand iets aan, wees lekkers anders dan de rest, express yourself! -, een stukje ‘We are Family’ en dan nog een nummer op de melodie van ‘YMCA’ - dan voel je ‘m wel aankomen hè: OC en W! Ik vind het heel bijzonder dat er een boot van het ministerie meevaart en ben trots dat ik daarbij ben. Het is een bedankje aan alle mensen die zich met hart en ziel inzetten voor veiligheid in de klas.’
Dolly’s bootsong is hier te beluisteren: